Hoe breder de kloof – Aflevering 6: Boer Spreeuw en artikel 19 WRO

De overheid heeft ook eigenbelang en probeert dat na te streven, ook als de burger daardoor in het gedrang komt.

De spreeuwen schreeuwen van dolle pret boven de schot geruite pet waaronder hij, met jachthoorn en handgeklap, probeert zijn kersen te redden. Hij blaast nog een keer op de hoorn en ziet hoe de vrije vogels blijven zwieren rond zijn boom.

Verslagen wendt hij zich af en achter zijn rug duiken de spreeuwen op de laaghangende kersen. ‘Waarom…’ vraagt hij zich af, ‘…pikken die vogels eerst de kersen die hij zelf ook gemakkelijk kan plukken?’

Hij loopt door de boomgaard, langs de moestuin naar de stal. De koeien moeten worden gemolken.

Een stofwolk drijft de auto over het zandpad. De bestuurder ziet links, bij de boerderij, spreeuwen zwieren en draait rechts een oprijlaan in. Hij stopt voor de dubbele garage. Ernaast staat een notariswoning, in zandkleur en met blauwe luiken.

In de badkamer kleedt hij zich gehaast uit en in zwembroek loopt hij, half rennend, naar zijn zwembad in het vrije veld. Ontspannen trekt hij zijn baantjes en spoelt het bureaustof, de stresswormen en het concurrentievirus van zich af.

De wethouder vouwt zijn papieren servet zorgvuldig tot een vierkant en stopt het in zijn broekzak als een pochet. Vragend kijkt hij naar zijn gasten van de provincie en zegt: ‘Heren, heeft de lunch gesmaakt?’ De twee ambtenaren knikken en denken aan oesters, kaviaar en witte wijn en voelen de strijd van sla, melk en bruinbrood in hun maag. Gedrieën lopen ze door het gemeentehuis en in de kamer van de wethouder zetten zij zich aan het artikel 19 van de WRO. Andere kost.

‘Laten we resumeren,’ zegt hij en onder het getik van zijn Dupont op het mahoniehouten tafelblad vervolgt hij: ‘A, wij hebben de boer Spreeuw, hij is tegen de aanleg van de verharde weg om zijn bedrijfsvoering niet in gevaar te brengen door B, de nieuwbouwwijk voor luxe villa’s, waarvan er drie zijn gerealiseerd en C, waarvan de drie bewoners de nieuwe weg blokkeren om een schaalvergroting van hun wijkje te blokkeren, op zijn minst te traineren. Wij hebben een vrijstelling deze weg aan te leggen op grond van artikel 19 van de WRO. Wat gaan we doen?’.

De drie heren kijken elkaar aan en als uit één mond klinkt: ‘Procederen bij de rechtbank.’ Met een laatste tik van de Dupont besluit hij vol daadkracht: ‘Juist, procederen!’

Autowassen is niet zijn hobby en wanneer hij bij zijn buurman een glas whisky drinkt laat hij het ijs rinkelen in zijn glas en zegt bedachtzaam: ‘Een betere infrastructuur zou toch goed zijn. De zandweg verharden, een goede afzetting en sloten, straatverlichting.’ De heren kijken diep in hun glas alsof de toekomst op de bodem geschreven is.

De lakenvelders luieren wat en herkauwen wat en Berta 3 hangt tegen een paaltje om haar kant eens goed te schuren. De droge krak hoort ze niet, wel merkt ze dat haar kong in het ledige heen en weer zwaait en met lichte gene kijkt ze om naar haar zusters. Ze ziet ook dat de afrastering is verdwenen en denkt in haar koeienwijsheid: het gras bij de buren is groener. Ze stapt op de zandweg en kuiert met loom zwaaiende uiers over het gladgeschoren gazon.

Ze prijst haar initiatief, ze is een vrije biologische koe met een nieuwe horizon. De nieuwe horizon is blauw gras en met een ongekend elan stuift ze op het dekkleed van het zwembad
en met een plons verdwijnt Berta 3 uit zicht.

Auto wassen is niet zijn hobby maar die tegenzin verbleekt bij het zien van de surrealistische patronen in groen, geel en bruin die Berta 3 creëert in het eens zo heldere water. Naast hem schreeuwt boer Spreeuw: ‘Mijn koe, mijn koe!’ en buurman ‘Mijn zwembad!’ en na een laatste blik diep in zijn wijnglas zegt hij: ‘Weet je wat jij moet doen? Een mediator bellen.’

Berta 3 mijdt zorgvuldig de nieuwe afrastering tussen haar wei en de tweebaansweg met sloten en straatverlichting. Het villawijkje blijft voorlopig kleinschalig en boer Spreeuw krijgt andere grond.

Het gesprek aangaan

Boer Spreeuw maakt bezwaar tegen een vrijstelling op grond van artikel 19 van de WRO om een weg aan te leggen. Deze weg doet dienst voor de ontwikkeling van een villawijk waar drie gemeenten en de provincie in participeren.

Boer Spreeuw ziet zijn bedrijf in het gedrang komen. Een bestemmingsplanvrijstelling artikel 19 WRO geeft toestemming om in strijd met het geldende bestemmingsplan te bouwen, grondwerken te verrichten of een bouwwerk of perceel te gebruiken. Je kunt ook afspreken niet van de vrijstelling gebruik te maken. Vrijstelling is immers een middel, geen doel.

Ook al heb je het grootste gelijk als ambtenaar, toch moet je het gesprek aangaan. ‘Wat is er aan de hand? Welke problemen zijn er, wat kunnen we voor jullie betekenen?’ Samen kun je vanuit de verschillende belangen proberen om een oplossing te bedenken waar iedereen tevreden over is. Op belangenniveau krijg je immers begrip en creativiteit. Je kunt nadenken over de manier waarop je toch de onderliggende doelen bereikt.

Elke wetgeving bevat immers onderliggende doelen. Ook artikel 19 WRO. Wetten kunnen in het leven zijn geroepen om een bepaald kwetsbaar belang te dienen, om gevaar te beperken, om overlast te voorkomen en om conflicterende belangen in goede banen te leiden. Zonder de ander (de burger) zijn zijn doelen niet te realiseren. Weten wat er in de omgeving wordt gedacht (en waarom) is een voorwaarde voor eigen doelmatigheid.

Als je echter als overheid zondermeer naar belangen vraagt, krijg je standpunten. En als je het conflict op standpuntniveau gaat uitvechten, ga je druk uitoefenen, en dan krijg je tegendruk. In formele procedures zal een belangeninventarisatie door de overheid vaak weinig nieuwe gezichtspunten opleveren. De hoorplicht van de overheid wordt een rituele dans. En de burger voelt dat en denkt dat hij opzij wordt gezet. Waarom naar belangen gevraagd als de overheid er niets mee doet? Is het zover gekomen, dan is het tijd voor een nieuwe invalshoek. Dat kan die van een mediator zijn. Bij de mediator wil de overheid in plaats van horen misschien wel luisteren. En wil de burger misschien wel weer echt gaan zeggen wat hem dwars zit.

In het mediationgesprek tussen de boer en de gemeenten komt naar voren dat gemeenten en provincie enerzijds en de boer anderzijds belang hebben om samen te werken. Uiteindelijk komt men tot overeenstemming om het agrarisch bedrijf gefaseerd te verplaatsen, waardoor de grond vrij komt voor de villawijk wanneer dat nodig is en de agrariër elders kan boeren als hij vervangende grond heeft.