In een drukke stad ligt een oude, boomrijke begraafplaats. Het bestuur van de begraafplaats maakt een meerjarenplan om het terrein te vernieuwen maar stuit op weerstand van de Bomenridders, een groep burgers die zich zorgen maakt over onnodige bomenkap. De gemeente is vergunningverlener maar heeft ook een eigen belang. Wanneer het tot een rechtszaak dreigt te komen, schakelt de wethouder mij als beleidsbemiddelaar in.
Een nieuwe begraafplaats
De manier waarop we in Nederland mensen begraven verandert. Zo worden er tegenwoordig veel mensen gecremeerd en komen er mensen uit andere landen die op een specifieke wijze begraven willen worden. Ook raakt een begraafplaats op zeker moment (te) vol en is er dus steeds meer oppervlakte nodig. Echter, in een drukke stad als deze zijn groene gebieden schaars, terwijl er soms ook naar deze gebieden wordt gekeken voor bebouwing of de aanleg van infrastructuur.
Vanwege alle ontwikkelingen heeft deze begraafplaats een omvangrijk 10-jarenplan ontwikkeld; dat plan is ook noodzakelijk om de exploitatie van de begraafplaats financieel gezond te houden. Het plan wordt in delen gerealiseerd. In 2011 is het plan gestart door een naastgelegen opslag- en parkeerterrein bij de begraafplaats te trekken. Daarna is er een crematorium bijgebouwd en kwamen er velden waar diverse culturen hun rustplaats vinden, zoals een urnenveld. Ook wordt de begroeiing (waaronder vele bomen die meer dan honderd jaar oud zijn) intensief onderhouden en de inrichting van de begraafplaats wordt aangepast zodat het terrein een meer parkachtige uitstraling en functie krijgt. Voor dit intensieve herinrichtingsplan is een gerenommeerd bureau voor landschapsontwerp aan de slag gegaan. Voor het crematorium is een samenwerking aangegaan met een landelijke instelling die crematoria bouwt en exploiteert.
Inmiddels zijn er acht jaar verstreken. Veel van de plannen zijn gerealiseerd en de laatste aanpassingen zijn aan de beurt. In die acht jaar is er buiten de begraafplaats ook het nodige veranderd. In de nabije omgeving zijn provinciale en gemeentelijke wegen aangelegd waardoor de begraafplaats een solitair groen bolwerk is geworden. Ook elders in de stad is groen omgezet in bebouwing en wegen. Het Waterschap eist daarom dat de capaciteit voor waterberging op de begraafplaats wordt vergroot.
De Bomenridders
Door het verdwijnen van al dat groen hebben bezorgde burgers zich verenigd in de groep die zichzelf de ‘Bomenridders’ noemt. In de planning van de begraafplaats staat nu de aanleg van een nieuwe brug over een vijver en het afgraven van extra wateroppervlak. Dit betekent dat er bomen zullen worden verwijderd. Met het oog op deze aanpassingen zijn in de reeds gerealiseerde fasen vrijkomende, kleinere bomen tijdelijk op het nieuwe terrein gezet. De bedoeling was die bomen later weer te verzetten. Echter, die kleine bomen inmiddels grote bomen geworden. Met het oog op toekomstige aanpassingen en aankomend groot (snoei)onderhoud aan bestaande bomen is aan diverse bomen of boomlanen in de laatste jaren weinig onderhoud gepleegd en zijn deze bomen nu aan flink onderhoud toe. Dit zijn allemaal aanpassingen waar de Bomenridders het niet mee eens zijn en zij hebben dan ook een meningsverschil hierover met het bestuur van de begraafplaats.
De begraafplaats heeft een vergunning aangevraagd en gekregen voor het bouwen van de brug, het graven van het nieuwe water en het kappen van de bomen die voor de brug en het water plaats moeten maken. De Bomenridders hebben bezwaar gemaakt en inmiddels is een rechtszaak gestart. Binnenkort zal deze zaak door de rechtbank behandeld worden. De rechtszaak kan voor de partijen ongewisse gevolgen hebben en wordt in de lokale media breed uitgemeten.
De gemeente heeft ook belangen in deze kwestie. Zij moet ervoor zorgen dat er voldoende ruimte is om overleden mensen te begraven of te cremeren. Zij heeft de vergunningen verleend en draagt ook financieel bij aan de herinrichting van het meerjarenplan. Zij heeft nabij en elders in de stad groen gewijzigd in bebouwing of wegen en is (in ieder geval volgens de Bomenridders) medeverantwoordelijk voor het (volgens de Bomenridders onnodig) kappen van bomen. Dat de kap doorgaat terwijl de politieke kleur van het College met de laatste verkiezingen groener is geworden, maakt het voor de Bomenridders alleen maar wranger.
Kortom, er zijn drie partijen die allen stevige belangen hebben bij de herinrichting van deze begraafplaats. Partijen die elkaar niet alleen op deze begraafplaats maar in de toekomst ook elders in de stad weer tegen gaan komen en die op het punt staan een rechtszaak tegen elkaar te starten. Daarom stelt de wethouder voor om een bemiddelaar in te schakelen.
De beleidsbemiddeling
Als onafhankelijk mediator mag ik deze bemiddeling oppakken. Ik start met een intakegesprek met elke partij afzonderlijk; de partijen willen eerst kennis maken en hun kant van het verhaal (uitvoerig) vertellen. Daarna start ik met de gezamenlijke sessies. Elke partij komt met twee personen naar de gezamenlijke sessies. In het eerste gesprek geeft elke partij aan wat hun redenen zijn om te doen wat ze doen en waarom ze niet van hun plan of verzet kunnen afwijken. Zo geeft de begraafplaats aan dat het 10-jarenplan een samenhangend geheel is dat na acht jaar niet ‘even’ gewijzigd kan worden. Er zijn afspraken met het crematorium (dat vanuit een andere organisatie de exploitatie hiervoor heeft). Ieder heeft zijn principes, inhoudelijke redenen en er is niet voldoende vertrouwen in elkaar.
Elke partij heeft ook een achterban en die moet het ook eens zijn over een eventueel resultaat. Zo hebben de Bomenridders een bevlogen achterban die het gevoel hebben dat er niet weer ingeleverd mag worden op groen en/of bomen in de stad. Met de huidige ‘groene’ wethouder denken ze een stevige pleitbezorger te hebben in het gemeentebestuur. Mijn taak als beleidsbemiddelaar is om deze zaken op tafel krijgen. Dat is een noodzakelijke begin om ieder inzicht te geven waar de ander staat en om verschillen in kennis van de situatie gelijk te trekken. Zo was het de Bomenridders niet duidelijk waarom de vormgeving van het crematorium is zoals die is en wisten ze niet dat er bomen ‘tijdelijk’ geplaatst waren in het nieuwe terrein.
Ook blijkt dat partijen stevige bestuurlijke en inhoudelijk onderlegde afgevaardigden hebben ingezet. Dat is gunstig voor de partijen en voor mij om de gesprekken diepgang te geven. Naast de kwestie met de begraafplaats kennen deze afgevaardigden elkaar ook uit andere (bestuurlijke) ontwikkelingen in de stad en daarover praten creëert een soort verbondenheid. In de loop van de gesprekken blijkt dat deze afgevaardigden bereid zijn om hun standpunten even te laten voor wat ze zijn en durven ze te kijken naar eventuele toekomstige situaties.
Er komen opties op tafel: bijvoorbeeld de brug komt er niet of wordt anders van vorm en fundati, of het extra oppervlaktewater wordt op een andere locatie afgraven. Besproken wordt waarom opties niet kunnen of niet geheel kunnen. Bijvoorbeeld, de brug is al aanbesteed en een nieuw ontwerp en aanbesteding neemt veel tijd en daarvoor is aanvullend budget nodig. Met de inhoudelijke kwaliteit van de afgevaardigden en het gegroeide vertrouwen in ieders deskundigheid. De plannen worden verder via huiswerk uitgewerkt, tijdig aan elkaar gemaild en gezamenlijk besproken. Om de partijen zekerheid te gaan geven, lijkt het me een kansrijke richting om naast de laatste fasen van het meerjarenplan ook een uitgebreid onderhoudsplan voor met name het groen op de begraafplaats te maken.
De win-win voor elke partij is dat de begraafplaats toch een keer dergelijk onderhoudsplan nodig heeft en met het vastleggen van het beheerplan krijgen de Bomenridders zekerheid dat hun behoefte (het behoud van groen) ook gerealiseerd zal worden. De gemeente kan de vergunningen in stand houden en er komt een mooie groene begraafplaats. De relatie met de Bomenridders is gedraaid van wantrouwen in vertrouwen.
De partijen maken hun huiswerk
Uiteraard lopen de gesprekken niet altijd vanzelf. Er zijn verschillen in gewenst tempo. Er wordt soms teruggevallen in de eerdere standpunten. Er worden grenzen van de mogelijkheden gepeild. Over en weer moet men wennen aan ieders wijze van inbrengen van zijn of haar punten. Aan mij als bemiddelaar de rol dergelijke hobbels zo te vertalen dat er in een constructieve sfeer voortgang geboekt blijft worden. Ik doe mijn best om samen te vatten waarbij de hoofdzaken naar voren komen en de scherpe kantjes niet onnodig herhaald worden.
Heel belangrijk is de grote inzet en snelheid waarmee het ‘huiswerk’, met name door de begraafplaats, gemaakt wordt. Dat getuigt van een serieuze wil om verder te komen, het stimuleert om samen aan de oplossing te werken en helpt alle partijen om vooral over de inhoud en de toekomst te praten. Elke partij stuurt zelf mee in dit proces in plaats van dat er iets wordt opgelegd.
Vanwege de aankomende zitting van de rechtszaak en om de vaart in het proces te houden, zijn de gezamenlijke sessies ongeveer om de twee weken. Vanuit mijn concept-vaststellingsovereenkomst wordt deze per saldo voor een groot deel door de afgevaardigden, in enkele rondes, geschreven zodat er aan het einde een overeenkomst ligt waar ieder het mee eens is. Het beheerplan, voorzien van een reële planning en een financiële onderbouwing, wordt een vast onderdeel van de overeenkomst. De brug blijft zoals die ontworpen is en er komen ook meer boomsoorten. Het resultaat is dat de drie partijen samen met de wethouder de vaststellingsovereenkomst tekenen en met een gezamenlijk persbericht naar buiten en naar hun achterban treden.
Conclusie
Er zijn drie partijen die lijnrecht tegenover elkaar staan en toch binnen de setting van een (vertrouwelijke) bemiddeling tot een dialoog komen en tenslotte een overeenkomst sluiten waarin elke partij veel van zijn of haar belangen kan realiseren. Met het instrument van een (beleids)bemiddeling is het onderling vertrouwen en de samenwerking sterk verbeterd. Hierdoor kunnen de partijen in de toekomst constructief met elkaar, in deze stad, blijven optrekken. Dat is de meerwaarde van deze groene begraafplaats!