Anders denken, anders doen – in gesprek met bemiddelaar Addie de Hoop

Addie de Hoop (1957) is programmamanager, mediator en coach. Hij heeft een lange carrière achter de rug waarin hij verschillende leidinggevende functies bekleedde, waaronder als afdelingshoofd, directeur en secretaris op diverse departementen zoals wonen en milieu, stadsontwikkeling en publiekszaken.

De laatste 15 jaar werkte Addie met name voor de gemeente Gorinchem, waar zijn erfenis onder meer een nieuwe toekomst voor de veerdienst, een nieuwe regionale reinigingsdienst en langdurige opvang voor 300 vluchtelingen behelst.

Addie zijn werk getuigt van toewijding aan de publieke zaak. Ondanks zijn bescheiden, nuchtere houding kan hij heel direct en doortastend zijn. Mensen kennen Addie als een sociaal en betrokken persoon. Misschien maakt deze combinatie hem juist wel een goede beleidsbemiddelaar?

Momenteel werkt Addie via detachering bij de gemeente Altena in Brabant. In dit interview duiken we in zijn visie op werken als manager binnen de overheid en de plek die mediation daarin inneemt. We bespreken pretenties binnen de overheid, het nut van koffie drinken en de toepassing van coachingstechnieken in mediations.

Wat breng je dan naar voren als mediator, wat je als manager anders misschien niet zou doen?

Wat ik doe is zo weinig mogelijk met een eigen mening ergens naartoe gaan en juist ophalen van wat er leeft. Laat anderen maar met de ideeën komen. En met ‘anderen’ bedoel ik eigenlijk de mensen waarom het gaat. Er zijn al te veel ambtenaren die vinden dat zij weten hoe de wereld in elkaar zit, ‘want zij hebben ervoor geleerd’.

Ik heb het weleens meegemaakt met een stedenbouwkundige, die vond het toch niet kunnen dat bewoners een mening hadden over hoe hij de straat wilde indelen. Want, daar had hij tenslotte vijf jaar voor gestudeerd.

Maar daarmee doe je geen recht aan de bewoners, het gaat er vooral ook om wat hun ervaring is in die straat, want zij wonen er. Zij weten wat er gebeurt, zij weten waar de overlast zit, zij weten precies in welk putje een probleempje zit. En wat je misschien beter kunt doen. Je krijgt de mooiste straten met de meest betrokken inwoners als je ze zélf de straat laat inrichten. Dan zijn ze nog trots op hun straat ook.

Is dat een algemene tendens, dat overheidsmedewerkers te veel leunen op hun theoretische kennis – en te weinig in de praktijk staan?

Dat denk ik wel. Daarnaast vormt de perceptie van autoriteit soms ook een grondslag voor zelfgericht denken en handelen. De ongelijke machtsbalans wordt zo gevoed en daarmee creëer je een afstand. Ik laat niemand op het gemeentehuis komen, ik ga altijd eerst bij mensen op bezoek. Ik zeg altijd maar zo: ik ga eerst altijd heel veel koffie drinken. Ik vraag gewoon elke keer als ik bij iemand ben: ‘Wie zou ik nog meer moeten spreken?’. En dan ga ik daar ook op bezoek!

Je werkt al ruim 40 jaar bij de overheid op verschillende niveaus: gemeenten, samenwerkingsverbanden, provincie. Wanneer ben je je meer op de sociale kant van het werk gaan richten?

Ik was vrij lang leidinggevende. Daarin merkte ik dat het belangrijkste werk dat ik deed eigenlijk was het managen van de emoties van mijn collega’s. Toen ben ik mij meer expliciet gaan verdiepen in emoties.

In 2005 ben ik een coachingsopleiding gaan volgen. Rond de tijd dat ik daarmee bezig was, was ik vanuit de gemeente Boxtel – waar ik toen werkte – betrokken bij een geschil tussen een projectontwikkelaar en de gemeente. Daar was een mediator bij betrokken en toen dacht ik: ‘Hee… dat lijkt verrekte veel op elkaar. Coaching en mediation.’

Bij coaching zit vaak iemand met zichzelf vast. Die probeer je dan in beweging te krijgen. Bij mediation zitten partijen met elkaar vast. Die wil je ook in beweging krijgen. Dus daar zitten eigenlijk veel overeenkomsten in.

In 2006 kreeg ik de mogelijkheid om ook een mediationopleiding te gaan volgen. Sindsdien probeer ik voortdurend, eigenlijk bij alles wat ik zie, om de situatie te vertalen in belangen en te kijken wat de achterliggende vragen zijn. Ik vraag me steeds af hoe ik zaken bij elkaar kan brengen, hoe ik een uitdaging kan omdraaien in een kans.

Is dat voor jou het bemiddelaarsschap in een notendop?

Nou… ik weet niet of dat het dan is, maar ik zal je een voorbeeld geven uit mijn dagelijkse werk binnen de gemeente van hoe dat omdenken werkt: we hadden laatst een voorstel in de Raad gebracht. Toen heeft de Raad daar een onderdeeltje aan vastgeplakt. Daarop zei de gemeentesecretaris tegen mij: ‘Hadden wij dat niet moeten doen?’

Toen zei ik: ‘Maar het mooiste dat er kon gebeuren is nu gebeurd! De Raad is er zelf mee bezig gegaan. De Raad heeft zelf gevonden dat ze er nog iets aan toe moeten voegen. Hoe mooi is dat? Dat betekent toch dat de Raad betrokken is op dat onderdeel, dat die er op een andere manier naar heeft gekeken en het nog mooier heeft gemaakt.’

‘Zo had ik er nog niet naar gekeken,’ zei ze. Zie je, ik probeer een denklijn door te geven aan de mensen met wie ik werk. Dus als in dit geval de gemeentesecretaris tegen mij zegt – vanuit een soort van onderbuikgevoel: ‘We hebben het niet goed gedaan’, dan probeer ik die negatieve gedachte positief te heretiquetteren.

Pas je ook coachingstechnieken toe in mediations?

Het gaat er dan vooral weer om dat ik laat zien op welke manieren je naar iets kunt kijken. Dus als het over een conflict gaat of een knelpunt of een belang, hoe je daar naar kunt kijken op verschillende manieren. Steeds weer is de basis: hoe je ergens naar kijkt, bepaalt met name hoe je je voelt. En dat bepaalt ook je handelen. Dus als jij negatief naar iets kijkt, dan betekent het ook dat je op die manier gaat handelen.



Terwijl als jij het vermogen hebt of wordt geholpen om er op een andere manier naar te kijken, ga je ook op een andere manier handelen. Anders denken, anders doen. En dat is juist ook van belang bij mediation.

Bij onderhandelingen is het de kunst om star gerichte blikken op te laten schuiven. Letterlijk kun je dat doen door mensen aan tafel eens even van stoel te verwisselen en aan de hand daarvan, te zeggen: ‘Nu zit jij op de plaats van Piet. Wat zou jij doen als je Piet was?’ En dan krijg je in een keer heel andere ideeën, want dan gaan mensen de dingen ineens vanaf de andere kant zien.

Heb je nog een voorbeeld waarbij coaching en mediation eigenlijk hand in hand gaan?

Ja, nou het is wel grappig. Collega beleidsbemiddelaar Arja van der Waal heeft hier een tijdje gewerkt. Op de laatste dag dat ze hier werkte kreeg ze de vraag: ‘Kun jij deze twee klachten afhandelen?’ ‘Nou,’ zei ze tegen het interim afdelingshoofd, ‘Dat lukt mij niet meer, maar Addie werkt hier toch? En die is mediator, dus die kan dat ook.’ Vervolgens kwam dat interim afdelingshoofd bij mij: ‘Kun je hier wat mee?’ Goed, ik bekeek de klacht. Het ging over een onveilige verkeerssituatie.

Het eerste wat ik deed was contact opnemen met de betreffende persoon. Dus ik belde deze mevrouw op en ik zei van ‘Goh, mag ik eens even bij u langskomen? Ik heb begrepen dat u klachten heeft. Die liggen er nog en ik ben gevraagd om eens even naar die klacht te kijken.’

Toen ben ik bezoek gegaan, een kopje koffie gedronken. Ze vertelde mij het hele verhaal, ik luisterde en zei zoiets als ‘Ja, inderdaad, dat snap ik allemaal.’ ‘Ja,’ zei ze, ‘Maar het is nu erg rustig.’ ‘Oh,’ zei ik, ‘Dat is toch fijn in ieder geval. Maar… wat wilt u dat er met die klachten gebeurt?’ ‘Oh, nee,’ zei ze. ‘Die kunnen wel vervallen hoor, daar hoef ik helemaal niets meer mee.’

Dat waren dus zaken die al maanden lagen te wachten, waar allemaal gedoe over is, waarvan men niet weet hoe ze het af moeten ronden. Hebben al bij de Nationale ombudsman gelegen zelf. Ik ben een half uur bij die mevrouw geweest en de klachten zijn ingetrokken.

Wat ik zie is dat jij een warme benadering hebt, zowel naar mensen binnen de organisatie als mensen buiten de organisatie. Maar stel nou dat die mevrouw twee weken later opnieuw komt klagen?

Kijk, op dat moment heb ik die klacht afgedaan. Maar er is iets wezenlijks waarmee die mevrouw niet geholpen is. Er was dan blijkbaar een probleem en dat probleem is weer opnieuw opgekomen. Dan zijn er collega’s van mij die daarmee aan de slag moeten. Als mediator ben ik geen panacee voor alle problemen. Ik kan mensen aanhoren, ik kan kijken of ik ze begrijp, ik kan verbindingen leggen, maar als een situatie in de ogen van mensen niet verandert en ze nemen er geen genoegen mee… ja, dan zullen ze blijven klagen tot het probleem is opgelost.

Waarom heb je ervoor gekozen om jezelf als beleidsbemiddelaar te laten scholen en ook het Pad naar Meesterschap te volgen?

Ik zit toch wel vooral in de overheidsmediation. Ik heb ook een specialisatie in arbeidsconflicten, maar daar word ik in Altena minder voor gevraagd. In Gorinchem deed ik dat iets meer. Ik vind beleidsbemiddeling ontzettend nuttig. Dat is toch een soort mediation voor gevorderden, zo voelt het voor mij.

Kijk, je moet ook jaarlijks bijscholing doen voor mediation. Ik heb al zoveel bijscholingen gedaan… welke ga je dan nog een keer doen? Ik heb eind vorig jaar, begin dit jaar nog ‘transformatieve mediation’ gedaan, vier dagen. Nou, dan heb je eigenlijk de meeste smaken wel gehad. Dan ga je op zoek naar wat er nog te leren valt.

Dus dit kwam voor mij eigenlijk wel op het juiste moment. En moet je eens kijken wat voor mooie onderwerpen we behandelen, zoals bijvoorbeeld de Systemische Benadering. Ik ben er helemaal mee bezig geweest, om uit te vissen hoe dat nou zit in mijn zaken. Hoe zitten die relaties in elkaar? Het is echt een verrijking om er zo naar te kijken.

Je leert binnen het Pad voortdurend weer een andere kijk op conflicten te hebben. Dat vind ik de meerwaarde. En het mooie is: ik werk er in de praktijk mee en ik kan het ook eigenlijk elke keer weer toepassen. Wat ik ook wel mooi vond was de masterclass met Frans Evers. Daarbij vond ik het mooi om te horen hoe en wanneer hij experts inschakelt in een proces. Ik had op dat moment toevallig een mediation onder handen waar bepaalde expertise nodig was, daar heb ik dus handig gebruik van gemaakt.