Samen met Elly van den Homberg en Hans Slooijer
Wat doe je als je te maken krijgt met weerstand tegen de komst van een asielzoekerscentrum? Beleidsbemiddelaars Elly van den Hombergh, Jolanda Elferink en Hans Slooijer spraken erover met Milo Schoenmaker, voorzitter van de raad van bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en met Max Vermeulen, voormalig griffier bij de gemeente Geldermalsen. Beiden hebben ervaring met bruggen slaan tussen inwoners, de gemeenten en het COA bij de komst van een asielzoekerscentrum.
Waarom ging het mis in Geldermalsen
?
Eind 2015 gingen in Geldermalsen bij de aankondiging van de komst van een asielzoekerscentrum (azc) de omwonenden in verzet en kwam het tot heftige protesten bij de raadsvergadering erover. Max Vermeulen, toen griffier bij gemeente Geldermalsen, stond erbij en keek ernaar. Inwoners van Geldermalsen gooiden vuurwerkbommen en stenen. Politieagenten losten waarschuwingsschoten en een mensenmassa drong door de hekken van het stadhuis waar de raadvergadering plaatsvond.
Die avond wilde de gemeenteraad beslissen over een asielzoekerscentrum voor 1500 mensen. Maar voordat die beslissing kon vallen, werd de raadzaal al ontruimd omdat het gewelddadige protest te dichtbij kwam. De aanwezigen in de raadzaal moesten zelfs ontzet worden naar een veilige ruimte. Vermeulen geeft aan dat er gelukkig in de uren erna een onafhankelijke communicatieadviseur van buiten kwam, die de kwestie met een frisse blik kon bekijken. Deze zorgde voor overzicht en advies vanuit zijn onafhankelijke blik.
Vermeulen: “Omdat de kwestie al te ver was geëscaleerd, was het terugbrengen van de rust en veiligheid voor iedereen het belangrijkste. Dit resulteerde in het unaniem genomen besluit tot terugnemen van voornemen tot de komst van het azc en het alsnog organiseren van dialoogsessies met inwoners.”
Dialoogsessies
Er werden in totaal 18 dialoogsessies gehouden, waarvoor veel belangstelling was. Kenmerkend was dat de aanwezigen een representatieve afspiegeling van de samenstelling van de bevolking vormden en dat de bijeenkomsten onder leiding van een inwoner stonden. De sessies maakten onderdeel uit van een plan om het vertrouwen tussen gemeente en inwoners te herstellen. Er bleek veel onbegrip te bestaan over het hoe en waarom van het azc. Inwoners konden tijdens de sessies hun verhalen en zorgen kwijt, maar ook de mensen die wel positief stonden tegenover de komst van een azc kwamen aan het woord. De gemeente peilde of er draagvlak was voor een kleinere vorm van asielopvang.
Toen het evaluatierapport van de sessies in de gemeenteraad kwam, was juist de overeenkomst van de EU met Turkije gesloten en was de noodzaak van een azc vervallen. Hoewel uit de sessies was gebleken dat veel inwoners best iets wilden doen voor asielzoekers, was de meerderheid van de gemeenteraad van mening dat er in de gemeente geen draagvlak was voor een azc. Een azc is er definitief niet meer gekomen maar de dialoogsessies hebben wel bijgedragen aan herstel van vertrouwen tussen de gemeente en haar inwoners. Vermeulen geeft aan dat de gemeente er veel van geleerd heeft en voornemens is inwoners voortaan beter en al in het begin van het besluitvormingstraject te betrekken bij het nemen van dit soort ingrijpende besluiten.
Wees de overlast (en daarmee ook de protesten) vóór
Milo Schoenmaker licht toe dat door de verhoogde instroom van asielzoekers er bij het COA de opdracht ligt voor veel nieuwe opvanglocaties te zorgen. Gemeenten zijn tot nu toe nog terughoudend mee te werken, misschien omdat ze de urgentie niet echt voelen, maar ook door angst voor overlast. “Een relatief kleine groep asielzoekers zorgt inderdaad voor overlast en dat kan het draagvlak voor de opvang van asielzoekers aantasten.”
Het COA werkt samen met de gemeenten, het Openbaar Ministerie en de politie eraan om overlast te voorkomen. Naast gebiedsverboden en een meldplicht werkt men met een top 250-aanpak om de zwaarste groep overlast-veroorzakers aan te pakken. Het COA benadrukt bij gemeenten de positieve beeldvorming van de toegevoegde waarde van een azc aan haar bewoners te laten zien. Naast de kruisbestuiving in activiteiten met vrijwilligers in de omgeving dragen bewoners ook economisch bij door hun besteding in de lokale supermarkt en winkels. De gemeente ontvangt een financiële vergoeding voor de vestiging van iedere asielzoekers hetgeen kan worden ingezet voor activiteiten voor de gehele gemeenschap.
Beleidsbemiddeling kan volgens Schoenmaker van grote betekenis zijn wanneer over de voorwaarden voor vestiging van een opvanglocatie wordt onderhandeld. Het besluit om een opvanglocatie te openen wordt vaak door het College van B&W genomen, niet door de gemeenteraad. Het genomen besluit kan leiden tot een conflict met verschillende groeperingen in de gemeente. Het is cruciaal dat alle partijen zich wel gehoord voelen en hun belangen kunnen verwoorden. Deze belangen kunnen worden meegenomen in de randvoorwaarden van de beoogde vestiging. Bemiddeling door een externe partij bevordert volgens Schoenmaker de draagkracht van het besluit.
Zowel Schoenmaker als Vermeulen geven aan dat dialoog met inwoners en andere betrokken partijen belangrijk is om het proces goed te laten verlopen. En dan het liefst in een vroeg stadium, in kleine groepen, bijvoorbeeld met verspreide thema-tafels in een ruimte. Schoenmaker: “Zo voorkom je dat partijen recht tegenover elkaar komen te staan.”
Het belangrijkste dat Vermeulen geleerd heeft is dat de gemeente feeling moet hebben met de inwoners. Burgemeester en wethouders moeten volgens hem regelmatig met inwoners in gesprek gaan en luisteren naar wat er bij hen leeft. Als er dan een acute kwestie opkomt, zoals de komst van een azc, dan liggen de communicatielijnen tussen de gemeente en de gemeenschap vanaf het begin af aan open.
De vestiging van asielzoekerscentra heeft in het verleden soms tot grote onrust geleid. Verkeerde informatie en miscommunicatie speelden daarbij een grote rol. Het pro-actief inzetten van dialoogsessies waarbij helderheid en gehoord worden een rol spelen, kan de draagkracht voor de komst van een opvangstlocatie vergroten. Een actueel vraagstuk, zeker nu in 2020 10.000 nieuwe opvangplekken voor asielzoekers nodig zijn.