Het beheer van de grote grazers op de Oostvaardersplassen is al jaren controversieel en aanleiding voor conflicten. Hoe gaan we om met een dergelijke botsing van waarden en overtuigingen? Ik pleit voor beleidsbemiddeling!
Het beheer van de grote grazers
Al jaren speelt het probleem over het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen: de heckrunderen, de konikpaarden en de edelherten. Door voedselgebrek kwamen deze grote grazers in sommige jaren massaal om. Dat werd ‘het grote sterven’ genoemd omdat er bewust niet werd ingegrepen in natuurlijke processen. Zo was de natuur, vond men. Alleen bij uitzondering, als een dier aantoonbaar leed, werd een dier met een geweerschot gedood.
Vervolgens kwam (vanaf 2014) het vroeg reactief beheer, waarbij in een veel eerder stadium – als duidelijk was dat een dier de winter niet zou overleven – dieren werden afgeschoten. Dat was volgens sommigen ook niet goed. De dieren zouden nog steeds lijden. Er moest worden bijgevoerd. Er moest beschutting voor de dieren worden aangebracht, zoals takkenwallen en binnen een raster ingeplante stukken. Inmiddels was de beleidsverantwoordelijkheid voor de Oostvaardersplassen van het Rijk overgedragen aan de Provincie.
Iedereen had een mening en de discussies liepen hoog op. De waarden van nastrevers van ‘echte natuur’ en ‘echte dierenliefhebbers’ liepen uiteen. De ene groep wilde liefst geen enkel ingrijpen en de anderen wilden elke vorm van lijden van dieren voorkomen. Over de wijze waarop dat moest gebeuren liepen de meningen ook uiteen. Er werd gesproken over afschot van de grote grazers, bijvoeren, verplaatsing naar andere gebieden en anticonceptie. En of je er nu in verdiept had of niet: je had een mening en hield er aan vast!
De discussie escaleerde in een rap tempo en zo er al sprake was van begrip voor elkaars standpunt, dan ebde dat al snel weg. Betogingen, demonstaties, illegaal bijvoeren, politiebewaking in en bij de Oostvaardersplassen en een bommelding bij het Provinciehuis waren het gevolg. Medewerkers en vrijwilligers van Staatsbosbeheer werden ernstig bedreigd en werden er soms letterlijk ziek van.
Het provinciebestuur besloot na veel discussie tot uitplaatsing van de konikpaarden en afschot van grote aantallen Edelherten. Tegen het afschot werd via de rechter bezwaar gemaakt en de uitvoering werd opgeschort, een deels verloren jaar was het gevolg. De Oostvaardersplassen werden gedeeltelijk gevuld met vangkralen en opvanggebieden voor de te verplaatsen paarden. Er veranderde in korte tijd dus veel. Of, in de woorden van de Gedeputeerde Michiel Rijsberman: ‘Je doet het nooit goed. In deze kwestie is het onmogelijk om het alle partijen naar de zin te maken.’
Beleidsbemiddeling?
Voor- en tegenstanders van ingrijpen in de natuur weten elkaar tot nu toe niet te vinden in deze discussie. Een vruchtbaar gesprek over deze materie lijkt niet mogelijk. Het beheer van de grote grazers is een complex probleem, met veel belanghebbenden, met sterk uiteenlopende waarden die ook nog door veel emotie gevoed worden. Maar er moet toch een manier zijn om met elkaar een balans te vinden tussen deze verschillende perspectieven?
De waarden van natuur, dierenwelzijn, wenselijkheid van al dan niet ingrijpen door de mens, het zijn zaken waar veel verschillende opvattingen en emoties een rol bij spelen. Het is lastig om zulke uiteenlopende opvattingen bij elkaar te brengen, zeker waar compromissen altijd (schijnbaar?) een vermindering van een of meer van bovenstaande waarden oplevert. Een beleidsbemiddelaar zal altijd eerst inventariseren welke waarden en emoties er spelen bij de diverse belanghebbenden en proberen partijen dit aan elkaar te laten uitleggen, met als doel dat partijen er in een rustige setting over communiceren en elkaars standpunt in ieder geval begrijpen. Al blijven in die fase meningen natuurlijk erg uiteen lopen.
Vervolgens wordt geprobeerd die standpunten enigszins bij elkaar te brengen in concrete voorstellen voor oplossingen die door partijen worden gedragen en die ze ook kunnen uitleggen aan hun ‘achterban’. In dit geval zou je concreet kunnen denken aan: welke aantallen grote grazers kan het gebied herbergen zonder dat er dieren de hongerdood sterven en in welke scenario’s zal dan eventueel toch bijgevoerd worden. Welke andere maatregelen zijn denkbaar om het welzijn van de grote grazers te bevorderen? En dit alles dan met inachtneming van een zo groot mogelijke mate van ‘zelfsturing’ van het systeem.
De Provincie kan het natuurlijk allemaal via het politieke proces besluiten en dat gebeurt nu ook. Maar als partijen met elkaar tot gedragen oplossingen kunnen komen zou dat grote meerwaarde hebben voor het draagvlak. Dat is waar ik als beleidsbemiddelaar voor zou gaan!
Intussen hinken de partijen in deze discussie nog op meerdere gedachten en worden steeds meer ingrepen afgedwongen door gewijzigd beleid en door tussenkomst van de rechter. Staatsbosbeheer en de Provincie lijken het nooit goed te kunnen doen!