De energietransitie vraagt om meer dan standaard participatie

In de gemeente Haarlemmermeer speelt participatie een belangrijke rol in de energietransitie. Maar in plaats van de standaard overleg- en samenwerkingsstructuren willen we in Haarlemmermeer een stap verder gaan: we willen alle stakeholders betrekken en bewust omgaan met de diverse (tegengestelde) belangen die in de energietransitie spelen. Maar hoe doe je dat?

Lijndenhof, duurzame stadslogistiek
Lijndenhof is het nieuwe bedrijventerrein ten zuiden van het bestaande Airport Business Park Lijnden. Hier wordt ruimte geboden voor lokale, regionale en internationale bedrijvigheid.
De betrokken ontwikkelaars Somerset Capital Partners (Lijndenhof Oost) en Bohemen (Lijdenhof West) werken samen om van het bedrijventerrein Lijndenhof een hub voor duurzame stadslogistiek te maken onder de naam City Logistics Innovation Campus (CLIC).

In 2019 is gewerkt aan een Stedenbouwkundig plan en Kwaliteitsplan, het bestuurlijk traject vindt in 2020 plaats. Tegelijk worden de wijzigings- en uitwerkingsplannen voor Lijndenhof opgesteld en in procedure gebracht. Als het inrichtingsplan, bestek en aanbesteding zijn afgerond kan het gemeentelijk deel van Lijndenhof eind 2020/begin 2021 bouwrijp worden gemaakt.

Met de ontwikkelaars wordt gesproken over de verkoop van alle uitgeefbare gronden in Lijndenhof in één keer. Lijndenhof is -slechts- één van de projecten in Badhoevedorp; de gemeente Haarlemmermeer is verantwoordelijk voor de communicatie en participatie van deze gebiedsontwikkeling. Daarnaast stimuleert de gemeente bij alle andere projecten in het gebied de communicatie en participatie van de andere partijen, zoals RWS, de diverse ontwikkelende partijen, de provincie Noord-Holland en de Vervoerregio Amsterdam, door te verbinden en elkaar te versterken.

De energietransitie is een sociale en participatieve transitie
De Nederlandse energiehuishouding verandert. De reductie van de uitstoot van broeikasgassen met 49% in 2030 en de ambitie van nul emissies in 2050 vergt een stevige inzet op het verminderen van de energievraag en het opschalen van de productie van duurzame energie. De keuze om ook tegelijk het aandeel (Gronings) aardgas in 2030 terug te brengen naar nul leidt tot verregaande veranderingen in de manier waarop gemeenten in hun warmtevraag voorzien.

De energietransitie is in Nederland overeengekomen in het Energieakkoord voor Duurzame Groei (2013-2023) en het op 28 juni 2019 gepresenteerde Klimaatakkoord (2019-2050). In het Interbestuurlijk Programma heeft het Rijk afspraken gemaakt met provincies, waterschappen en gemeenten over tien maatschappelijke opgaven, waaronder het klimaat. Op dat thema wordt een belangrijke regierol van de gemeenten verwacht gezien de lokale impact van veel maatregelen.

Klimaat en energie zijn veelbesproken thema’s met voor- en tegenstanders, met elk uitgesproken opvattingen (en tegengestelde belangen?). Op voorhand is er wel een redelijk gezamenlijk gedragen belang of, zo je wilt, een gezamenlijk ervaren zorg dat de kosten gedragen zullen moeten worden door de burgers.

Een dergelijk omvangrijk proces als de energietransitie moet daarom met iedereen gezamenlijk doorlopen worden, wil het een kans maken om als ‘eigen’ te worden ervaren.
De Gemeente Haarlemmermeer heeft daarom ervoor gekozen om de energietransitie programmatisch aan te pakken. Binnen dit programma worden vier lijnen onderscheiden, waarbij participatie prominent als een van de programmalijnen onder de noemer ‘Betrokkenheid’ wordt gedefinieerd. De energietransitie wordt hier in eerste instantie gezien als een sociale transitie.

Meer nodig dan standaard participatie
Om praktische redenen kan voor de participatie aangesloten worden op bestaande overleg- en samenwerkingsstructuren (met burgers en ondernemers), een keuze die Haarlemmermeer ook heeft gemaakt. Maar daarmee kan niet worden volstaan: juist ook andere samenwerkingsvormen en initiatieven moeten worden gestimuleerd. Dat je daarbij een zekere ondergrens in omvang van initiatieven aanbrengt, lijkt een logische zaak.

De verduurzaming op het niveau van een grote gemeente kan uiteraard stukje bij beetje plaatsvinden, maar de tijd tot 2050 is niet oneindig. In Haarlemmermeer is er daarom voor gekozen om voor initiatieven minimaal uit te gaan van het niveau van een wijk-, buurt-, of bedrijventerrein.

Het proces van verandering moet voor een goede kans van slagen samen met alle betrokkenen doorlopen worden, in een vorm waarbij serieus gehoor wordt gegeven aan wensen en initiatieven van iedereen. De gemeente Haarlemmermeer heeft een langere traditie in participatie en gebiedsgericht werken, die ook wordt doorgezet bij dit dringende onderwerp.

Het doorvoeren van de energietransitie zonder gebruik te maken van participatie (bijvoorbeeld in de vorm van beleidsbemiddeling) lijkt op voorhand een gemiste kans, zo niet een kansloze zaak, maar het is naar mijn mening te vrijblijvend om enkel aan te sluiten bij de al bestaande overleg- en samenwerkingsstructuren. Daar zitten niet alle stakeholders aan tafel.

Maatwerk per participatietraject is gewenst om op die wijze zoveel mogelijk partijen aan tafel te krijgen, kennis te nemen van elk van hun (soms logischerwijze tegengestelde) belangen, teneinde in het participatietraject te trachten tot een voor allen werkzame uitkomst te komen (een win-win situatie binnen de kaders die vanuit de energietransitie deels dwingend worden opgelegd).

Een diversiteit aan overlegvormen, toegespitst op de concrete projecten en initiatieven, moet worden overwogen. Bespreek zaken op het niveau waar ze thuishoren, dus de ene keer op wijkniveau, de andere keer gemeente breed, en betrek dan alle stakeholders. En vergeet ook de online participatie niet, noch de participatie onder de doelgroep “jeugd” (want wie de jeugd heeft, heeft immers de toekomst).

En daar waar nu al wordt gesproken met de wijken en buurten luidt het devies om niet uitsluitend de energietransitie te proberen te ‘verkopen’, maar deze te laten meeliften op datgene wat er zich nog meer afspeelt in een bepaalde wijk of buurt zoals het reguliere onderhoud of nieuwe ontwikkelingen. Zo heeft in Badhoevedorp de participatie rondom de herinrichting van de wegen rondom het centrum ertoe geleid dat ook het OV een andere route is toegewezen teneinde een voor de burger leefbare verblijfsruimte in het centrumgebied te creëren.

Afsluitend
De komende jaren is de energietransitie één van de maatschappelijke ontwikkelingen waarin participatie een belangrijke rol zal gaan spelen. Bij een onderwerp zo divers zal ook de participatie divers moeten worden ingestoken. De daarbij te hanteren vormen zullen mogen en moeten verschillen, dat geldt ook voor de schaal waarop participatie plaatsvindt, maar telkens zal het wel nodig zijn om iedereen in de brede zin van het woord erbij te betrekken. Alleen dan zal de participatie ook bijdragen aan een sociale energietransitie.

Peter Klaver, beleidsbemiddelaar en senior juridisch adviseur bij de Gemeente Haarlemmermeer