Hoe breder de kloof – Aflevering 1: De gebonden beschikking

In 2011 stelde ik samen met mijn broer Jan Spekreijse en Anneke Duijts een verhalenbundel samen in opdracht van de Vereniging Gemeente Mediation, genaamd Hoe breder de kloof, hoe mooier de brug. Het doel van dit boekje was om bestuurders te inspireren en te stimuleren om mediation en mediationvaardigheden te implementeren in hun (overheids)organisatie.

Door een aantal grappige verhalen te vertellen over hoe burgers het optreden van de overheid ervaren en hoe de overheid met conflicten omgaat en daar telkens een theoretische beschrijving aan te koppelen, heb ik geprobeerd om het aansprekend en herkenbaar te maken.

1. De gebonden beschikking

De overheid zegt dat zij zich aan de regels moet houden en dat dit niet anders kan. Het gaat om een zogenaamde ‘gebonden beschikking’. Of is er toch wel onderhandelingsruimte?

Hij strikt zijn dasje en schikt zijn jasje, om zijn mond speelt een milde glimlach. De tv-camera zoemt en de presentator vraagt: ‘Hoe is het zo gekomen?’

Hij haalt diep adem en overtuigend zegt hij dat hij stamt uit een avontuurlijke familie. Toen de feministische golf als een vloed Nederland bedekte, begon zijn vader een lingeriewinkel. Zijn opa verhuisde zelfs op 80-jarige leeftijd naar een appartement maar zei er niet bij dat het een verzorgingsflat was.

Hij had ook het roer omgegooid. Niet langer was de regel of procedure zijn leidraad, maar de burger. De krant kopte ‘Ambtenaar staat pal voor burger’ en hij trad op in praatprogramma’s op radio en tv. Hij was een BA’er, een Bekende Ambtenaar. 

Telkens voor een nieuw interview of optreden strikte hij zijn dasje en schikte zijn jasje als een bezweringsritueel tegen de woede van zijn vrouw. Liever een BA’er dan een GA’er, een Getergde Ambtenaar. Getergd door zijn vrouw, een klein mager mens in een blauwe kamerjas, op roze sloffen en in haar rechterhand een gele stofdoek. Dit stoffige mens veranderde in een meedogenloos mens door een gebonden beschikking.

Hij draaide al jaren zijn rondjes op het stadhuis, op zijn stoel en met zijn duimen. Hij kende alle regels en procedures en handelde in een geeuwende sleur al de aanvragen en verzoeken af. Zo ook de aanvraag voor een nieuwe woning, passend in het bestemmingsplan. In zijn hoofd opende zich de lade ‘gebonden beschikking’ en automatisch tekende hij voor goedkeuring.

Later vroeg zijn vrouw of hij haar vriendin Lisette kende. Hij was zich die naam en zijn nakende onheil niet bewust. Zijn vrouw vroeg zich nijdig af hoe de gemeente toestemming kon geven om een huis tegen het huis van Lisette te bouwen, om een oude boom van Lisette te laten kappen, om haar vrijstaande huisje te degraderen tot een aanleunwoning.

Ze zette zich in haar blauwe kamerjas op haar stoel, sloeg met de gele stofdoek op tafel en siste: ‘Ik heb een nieuwe gebonden beschikking voor jou, jij draait de zaak terug of jij wordt de hongerigste ambtenaar van Nederland met luizen als kamelen’.

Tien dagen roerde hij rusteloos door de opgewarmde macaroni en op de tiende dag krabde hij zich eens flink en dacht: ‘Ik heb toch verschoningsrecht, dit gaat zo niet langer’ en hij strikte zijn vettige dasje en schikte zijn stoffige jasje, aanvaardde de gebonden beschikking op het huis. Reeds de volgende dag nodigde hij de partijen uit voor een alternatief plan want ook een ander plan kan passen in het bestemmingsplan.

Het wijzigen van het bouwplan ging moeizaam maar de bouwheer kon het gekrab van onze ambtenaar niet langer aanzien en stemde toe. Lisette was blij en het huis-aan-huis krantje kopte ‘Ambtenaar pal voor burger’. Hij werd een media-hype, zette handtekeningen onder een contract voor een autobiografische roman, lezingen en tv-optredens, maar niet onder vergunningen zonder met alle partijen gesproken te hebben en ieders belang te wegen.

Vergeten derden

Het komt vaak voor in het openbaar bestuur. De gemeente heeft iets nodig van een burger of ondernemer en willigt daarom wensen van die burger of ondernemer in. In dit geval de wensen van een burger die een woning wil laten bouwen. De burger krijgt een vergunning want volgens de wet past de woning in het bestemmingsplan en de woning voldoet aan de bouweisen. De burger mag die woning dus bouwen.

Het was geen overbodige luxe geweest om van tevoren de bewoonster van het aanpalende vrijstaande huis en andere omwonenden per brief in te lichten over het bouwvoornemen, maar vermoedelijk zijn hier mogelijke derden belanghebbenden gemakshalve buiten het proces gehouden.

De bewoonster van dat huis, Lisette, is helemaal niet blij met de plannen om een huis aan haar eigen huis vast te bouwen. Ze kan natuurlijk officieel bezwaar maken, maar haar kansen om de zaak te winnen zijn helaas maar klein. De gemeente kan nu eenmaal moeilijk terugkomen op een beslissing die wettelijk helemaal in orde is!

Als een burger naar de overheid gaat met ‘Het is niet eerlijk!’ reageert de overheid vaak met ‘Het is rechtmatig!’ en de burger staat weer buiten. Die ervaart het alsof de gemeente partij is in het conflict, het begrip ‘gebonden beschikking’ zegt hem niets.

Lisette beseft dit allemaal maar al te goed en ze doet daarom haar trieste verhaal bij de vriendin die getrouwd is met de desbetreffende ambtenaar. Misschien dat de vriendin zich kan indenken dat het allemaal toch wel heel oneerlijk is in de wereld. Een haar man tot rede kan brengen…

In dit geval gaat de ambtenaar met de betrokken partijen om de tafel voor een alternatief plan. Voor het resultaat van die onderhandeling was het misschien nog beter geweest om een onafhankelijke mediator in te schakelen. De overheid is hier namelijk ook partij, want heeft hier een duidelijk eigen belang.